Meester, ze beginnen weer!
Gisteravond was er een item op het nieuws dat er een nieuwe editie van het Groene Boekje uitkwam, met weer maar eens een aangepaste spelling. Dit zat er uiteraard al even aan te komen, maar het is nu ietwat officiëel, met de uitgave van een nieuw Groene Boekje. De heren professoren van de Nederlandse Taalunie vonden die aanpassingen blijkbaar nodig.
Wel, ik niet. Persoonlijk kan het me geen ene reet schelen of het nu paardebloem of paardenbloem is; of het nu online dan wel on line is. Wat me wél kan schelen is dat er continuïteit moet zijn. Ik heb in 1984 leren spellen volgens de regels van de naoorlogse spelling, en da's nog altijd de spelling die ik het beste beheers. Dat ging goed.
In 1996 heb ik opnieuw moeten leren spellen, volgens nieuwe regels die uitgegeven werden. Plots was het niet langer pannekoek, maar wel pannenkoek. Plots was er niet langer een progressieve spelling. Op zich had ik wel begrip voor de nieuwe spellingsregels; een hoop onduidelijkheden verdwenen, en in het algemeen werd de spelling wel een stuk makkelijker. Maar het betekende wel dat alles wat ik in 1984 heb geleerd, opnieuw moest evalueren. Dat was niet leuk, maar alla, ik kon er mee leven. Zelfs al duurde het een aantal jaren vooraleer ik het gevoel had dat ik de nieuwe spellingsregels beheerste, en zelfs al kan ik nu nog niet met 100% zekerheid zeggen of iets nu op de één of de andere manier geschreven wordt.
Nu blijkt dat de heren professoren in hun ivoren toren besloten hebben om mij, en met mij alle Nederlandstaligen, hier elke tien jaar aan te onderwerpen. Wat het nut daarvan is, ik begrijp het niet. Het is hen misschien ontgaan, maar er zijn mensen die andere dingen te doen hebben dan elke tien jaar alles wat ze denken te weten over een onderwerp dat ze denken te beheersen, overboord te gooien en geheel en al opnieuw aan te leren. Dat geldt in elk geval voor mij. Spelling is niet iets dat je beheerst door de toepassing van een aantal regels; het is iets dat je beheerst door aanvoelen. Dat wordt grondig verstoord als je aanvoelen elke tien jaar door externe factoren niet meer de juiste manier blijkt te zijn. Ik heb niet de tijd om vijfendertig keer na te denken tijdens het schrijven van een tekst over wat nu de juiste spelling is; ik moet dat aanvoelen.
Ik zou de heren professoren dan ook in de richting van de Franse, Duitse, en Engelse taalunies willen sturen, met de mededeling om een voorbeeld aan hen te nemen.
U zegt dat deze niet bestaan? Klopt. Is dat niet geweldig?
Wouter,
Het Frans kent wel degelijk een officiële regulerende instantie: De Académie Francaise. (http://en.wikipedia.org/wiki/Academie_francaise)
Over de andere talen heb je gelijk. En toch: de facto zijn er referenties die over de juiste spelling waken. Bij voorbeeld de Oxford English Dictionary (http://en.wikipedia.org/wiki/Oxford_English) Voor het Duits ligt een internationale overeenkomst tussen landen waar Duits de voertaal is, aan de basis voor de controversiële hervorming van het Duits in 1996 (http://en.wikipedia.org/wiki/German_spelling_reform_of_1996).
Taal evolueert. Je hebt dus gelijk dat het vaak op taalgevoel aankomt. Toch vind ik een norm als de standaarspelling heel erg nuttig. Het is een referentie waar iedereen zich naar kan richten en die voor cohesie zorgt in ons taalgebruik. Dat ze zo'n hervormingen doorvoeren op korte tijd is natuurlijk kiezen tussen pest en cholera: ofwel geen standaardreferentie, ofwel één die mee-evolueert met ons taalgebruik.
Hmm. Ik kende de Académie Française eigenlijk wel. Was ze alleen vergeten
Anyway. Dat taal evolueert, weet ik ook; en dat van tijd tot een spellingshervorming nodig is, is niet meer dan normaal. Of dat nu in het Nederlands, Engels, of Swahili is. Maar elke tien jaar? Dat is nergens voor nodig, en zal alleen een hoop verwarring tot gevolg hebben.
Ik kan me niet voorstellen dat de heren (en dames) professoren in de Nederlandse Taalunie niet in staat zijn om een aantal spellingsregels op te stellen waar ze zich dan vervolgens vijftig (of meer) jaren in kunnen vinden. Als dat écht niet het geval is, dan zijn ze hun titel van "professor" niet waardig.
Het gaat me vooral om dingen zoals de beruchte tussen-n. Da's een regel die nu al twee keer aangepast is. Ik weet niet hoe het met jou zit, maar zelf raak ik zo onderhand de draad kwijt. Is het nu paardebloem of paardenbloem? Pannekoek of pannenkoek? Kunnen we dat stuk ongeluk niet gewoon laten vallen? Je moet ze verdomme toch nooit uitspreken.
In de plaats daarvan is er een hoop grapjassen die er klaarblijkelijk plezier in vindt om de regelgeving daaromtrent elke tien jaar aan te passen, en bijgevolg elke Nederlandstalige schrijnwerker 's nachts wakker te laten liggen over de vraag of hij 'boekenkast' wel juist geschreven heeft in zijn sollicitatiebrief.
Om dan uiteindelijk tot de conclusie te komen dat de potentiële werkgever ook niet meer kan spellen.
Dat je een centrale authoriteit nodig hebt om enige continuïteit te voorzien in je taal, lijkt me ook niet meer dan normaal. De taalunie is zeker wel een noodzakelijke instantie, al was het maar om te beslissen over hoe de nieuwe woorden die in een taal ingevoerd worden, gebruikt en geschreven moeten worden.
Dat betekent echter niet dat ze zomaar elke tien jaar bestaande regelgeving moeten gaan aanpassen. Dat is weinig zinvol.